donderdag 31 mei 2012

Te weinig tobramycine??

Twee dagen geleden vond ik dat ik al weer meer hoestte. En vooral 's nachts kwam daar ook nog eens extra veel sputum bij. Niet bepaald een teken dat het dus helemaal lekker gaat met de kuur. 
Gistermiddag was ik even bij mijn moeder voor een bakkie koffie toen ik op het toilet daar een kleine longbloeding kreeg. Héél fijn.....;-( (niet dus!!)
Nu weet ik ook wel dat het één niet altijd gelijk iets met het ander te maken hoeft hebben, maar voor mij zijn het signalen. Hoe klein ook. 
Maar toen ik gisteravond in bed stapte wist ik niet hoe ik moest gaan liggen. Zodra ik op mijn linkerkant ga liggen hoor ik van alles kraken, piepen, fluiten tot ik horendol word. Op m'n rug liggen lukt al jaren niet meer en dus ga ik op de rechterzij liggen. Maar dat houdt je ook niet eeuwig vol omdat ik dan weer hoesten moet. En dus ga ik maar weer eens rechtop zitten. Pak ik mijn mobieltje erbij en check ik FaceBook. Er is niets veranderd met de vorige keer dat ik heb gekeken. *zucht*
En zo verstrijken er uren. Liggen, draaien, hoesten, veel sputum en uiteindelijk maar weer rechtop zitten. Ik word kriegel van mezelf. Nee; ik word kriegel van mijn lijf. Wat kan dat je enorm dwars zitten zeg.

Nu ben ik zelf van mening dat ik niet voldoende Tobra krijg. 
Ik krijg namelijk ééns in de zesendertig uur (!!) een gift. Voorheen was dat altijd eens in de vierentwintig uur, 400 mg. 
Maar tijdens mijn opname in maart besloot de jonge dokter Wouter, amper klaar met de basisschool, dat ik een dosering kreeg van 500 mg per vierentwintig uur. Ik knapte dan ook bijzonder snel op, hahaha. 
Alleen bleek deze dosering te hoog te zijn. De tobraspiegel klopte voor geen meter en dus werd er besloten om de dosering terug te brengen naar één keer per zesendertig uur een gift van 400 mg. 
Denk even vlug met me mee;  is dit niet een heel drastische ommezwaai. Én de dosering gaat omlaag én er word nu eens per zesendertig uur iets gegeven. 
Natuurlijk krijg ik ook de cefta, maar die loopt vierentwintig uur door. En bovendien is gebleken dat ik het vooral van de tobramycine moet hebben als ik met een kuur rond loop en niet zozeer van de cefta. 

Vanmorgen voelde ik me compleet gevloerd. Een dergelijke nacht breekt je op. Het hoesten alleen breekt me al op, maar als je ook nog eens de slaap niet kunt vatten gaat het dubbelop. 
Ik vroeg Albert of hij naar Groningen wilde bellen. 'Wil je vragen of de prednisolon omhoog mag en hoe de uitslag van de tobraspiegel is?'
Albert belde en kwam een kwartier later de slaapkamer weer in. 'De pred word verhoogd maar ze hebben in Groningen nog steeds geen uitslag van de tobraspiegel,' meld Albert mij.
Huh, die is dinsdag al geprikt....
Het blijkt dat mijn eigen longarts het dus ook wat lang vond duren en dus gisteren zelf maar eens achter de uitslag is aangegaan.
Alleen schijnen de huisartsen in Valthermond hun kweken en monsters naar "een"  lab in Utrecht te sturen. Dát lab schijnt geen medicijnspiegelbepalingen te doen en dus is Alies' lichaamsvocht naar België gestuurd!!!
Dokter Kraan hoopt dat hij morgen dus de uitslag binnen zal krijgen. Hoe gigantisch omslachtig is dit??
Ik had dus beter naar een streekziekenhuis hier in de buurt kunnen gaan, dan was de uitslag al lang binnen geweest.
Maar goed, dat weten we nu dus voor de volgende keer.

Ik hoop dat de uitslag dusdanig uitvalt dat ik weer gewoon op de ouwe (vertrouwde) voet verder mag gaan, dus eens in vierentwintig uur, 400 mg. Hopelijk worden de beestjes dan iets beter bestreden en slaap ik binnenkort weer als Doornroosje.
Voor nu maar even zo doorgaan. Hopelijk doet de pred ook iets en tot die tijd zal ik mijn suikers scherp in de gaten moeten houden.


woensdag 30 mei 2012

Na de hitte komt de....kou???

En dan is het, na twee weken verzengende hitte, plots behoorlijk afgekoeld in Nederland. 
En ik ben er erg blij mee. Niet met de temperaturen die ze overigens het aankomende weekend voorspellen, want twaalf graden is weer een beetje té koud. 
En dat is nu net het punt in ons koude kikkerlandje; het is gelijk zo abnormaal. Waarom zo'n enorm drastische overgang. Híer worden mensen juist ziek door. 

De hitte had van mij een soort van kever gemaakt. Overdag lekker in huis, voor de ventilator, en 's avonds, zodra de temperaturen naar aangenaam zakten, kwam ik onder die steen vandaan. 
Als kind had ik geen moeite met warmte, maar als volwassene des te meer. Dat komt omdat ik me, met temperaturen boven de vierentwintig graden ziek ga voelen. Ik voel me dan compleet niet lekker. En als de luchtvochtigheid ook nog eens hoog is, is het feestje voor mij compleet....., want dan hap ik ook nog eens naar lucht als een vis op het droge. 
Ik kan dan ook erg chagrijnig worden van mensen die roepen dat we niet mogen klagen omdat we nu eindelijk eens mooi weer hebben. Ja ammehoela, dat zijn dan wel de mensen die prima functioneren in de hitte en op hun best zijn als de zon keihard op hun snoet en lijf straalt. 
Temperaturen die zo rond de drieëntwintig graden liggen, liggen mij het best. Okay, dán kan je naar alle waarschijnlijkheid 's avonds niet zo lang meer buiten zitten, maar is het in ieders geval overdag goed toeven in de tuin.

Sinds vorige week ben ik met een intraveneuze kuur bezig en dat is de tweede reden waarom ik me niet in het zonnetje laat zien. Ooit heb ik eens tijdens een iv-kuur met mijn benen in het zonnetje gezeten. Niet eens met mijn gezicht ofzo. Maar wat heb ik een jeuk en pijn gehad. Mijn benen waren vuur-, en vuurrood. Alsof ze verbrand waren. Dat verbaasde mij in eerste instantie, want ik verbrand eigenlijk nooit. Ik word ook niet bruin. Ik blijf altijd...tja, wit.
Dat ik toen zulke rode benen had verbaasde me. En toen begon de jeuk. En de pijn. Alsof mijn benen in de fik stonden. Het was echt heel naar.
De overbuurvrouw van toen had gelukkig mentholpoeder in huis en kwam daarmee de straat over. Dat hielp enigszins, maar ik wist toen wel dat ik NOOIT meer tijdens een antibioticakuur in het zonnetje mag gaan zitten. Er zullen wellicht antibiotica zijn die deze reactie niet geven, maar ik probeer het liever niet uit.

Gisteren moest ik naar de huisarts voor het prikken van een Tobra-spiegel.
Omdat het de dag daarvoor nog zo bloedwarm was, had ik een hemd met spaghettigbandjes aan getrokken.
Maar geloof het of niet, ik vond het kil buiten. Het was kwart voor acht en ik had kippenvel op mijn armen en schouders. Dus eenmaal weer thuis tóch maar een t-shirt opgezocht. Blijkbaar is de tijd van hemdjes dragen weer even voorbij.
Afgelopen nacht hebben we ook voor het eerst in twee weken tijd de plafondventilator op onze slaapkamer niet aan gehad. Die loeide namelijk de afgelopen tijd vierentwintig uur per dag. Het was de enige plek in ons huis waar het lekker koel was.

Maar goed, dan koelt het plots weer wat af en horen we dat het nog kouder gaat worden, met temperaturen die helemaal niet in de maand mei thuis horen.
En dat is wel erg jammer. Want de voorspelde twaalf graden dit weekend is natuurlijk weer het ander uiterste.
Helaas kunnen we nog steeds het weer niet zelf sturen en dus moeten we het maar nemen zoals het gaat. En hopen dat de aankomende koufront maar voor even is en dat we dan gewoon lekker richting de drieëntwintig graden kruipen.


zaterdag 26 mei 2012

Wegloper....

Soms lopen hondjes er vandoor. Niet omdat ze niet bij je willen zijn, maar omdat die gelegenheid zich voor doet en ze soms zo énorm nieuwsgierig van aard zijn.
Gelukkig is er dan een lieve broer in de buurt die het hondje gaat zoeken en ermee thuis komt. Voor in het mandje van 'oma'.....


donderdag 24 mei 2012

Een oudje.... (deel 2)

En de nu volgende blog is dus deel twee. 
Zoals je aan het einde van deel één kon lezen, voelde ik me op dát moment helemaal niet lekker en had ik ook last van koorts en kortademigheid.
De narcose van de operatie was er de oorzaak van dat ik dus, na het plaatsen van mijn nieuwe PAC, gelijk een fikse infectie aan m'n broek had hangen. 



Met een groots gevoel van blijdschap opende ik vanmorgen mijn ogen. "Vandaag mag ik eindelijk weer naar huis," dacht ik bij mezelf.
En deze keer een stuk fitter dan toen ik na de ingreep weer naar huis mocht.
Want ja, het is tóch de operatie van de VAP geweest dat ik ziek ben geworden.
Ik was eigenlijk heel bang dat de VAP zelf de oorzaak zou zijn, maar mijn lichaam heeft gewoon erg veel werk gehad aan de ingreep van tien dagen geleden. Bovendien ben ik tijdens de operatie beademd en dat heeft mijn longen geen goed gedaan.
Tel alles bij elkaar op en daar was weer een fikse ontsteking geboren.
Ik voelde me vorige week dan ook zwaar ziek. Zó ziek had ik mij al lang niet meer gevoeld. Koude rillingen, klappertanden, zweetbuien en natuurlijk enorm benauwd.
Na vier uren op de Centrale Spoed Opvang (CSO) te hebben door gebracht mocht ik dus naar boven. Naar E4. Een leuke vrouwenkamer. 't Ging er gezellig aan toe, al was ik die eerste dagen verre van gezellig....:-]
Na drie dagen mocht mijn buurvrouw naar huis en 's middags werd haar plaats alweer ingenomen door een.....man. Lees; een opa van een jaar of tachtig.
De man was behoorlijk in de war en gromde zo nu en dan dierlijke geluiden, waar ik best zenuwachtig van werd. De man zat vast aan het infuus maar stapte doodleuk uit bed omdat hij plassen moest.
En toen bleek dus dat hij piemelnaakt in bed lag. De ogen van mijn overbuurvrouwen werden zo groot als schoteltjes en ze probeerden al pratend de man terug zijn bed in te krijgen.
De verpleegkundige kwam en gaf de man gehaast een plasfles, maar de man liet prompt zijn urine lopen en dus níet in de fles.
Nadat de opa weer in bed lag, legde de zuster een deken over de man zijn melkwitte billen. Opgelucht dat ik niet meer geconfronteerd werd met de bejaarde naaktheid naast mij, richtte ik mijn aandacht weer op Albert, die het juist erg komisch vond dat de man in zijn nakie door de zaal wou lopen.
's Avonds was de man wederom vergeten dat hij in het ziekenhuis lag en wilde hij wéér zo zijn bed uit. Daarop besloot de verpleging dat de man beter af zou zijn in een éénpersoonskamer. Maar wij, de dames, vonden dat wíj beter af waren. Want ik kan je verzekeren; een tachtigjarige pielemuis is niet fraai om aan te zien. (en dat geld ook voor die kadetten aan de achterkant)
Vrijdag werd ons mee gedeeld dat we allen naar een andere afdeling zouden verhuizen. Eigenlijk was ik daar wel blij om, want op de reguliere longafdeling is álles voorradig en hoeft de verpleging niet eerst met een arts te overleggen of je als patiënt wel 'mag' vernevelen.
Ik kwam op D3 terecht.
Tijdens de verhuizing van E4 naar D3 werd ik even van de infuuspomp gehaald en liep mijn infuus dus even 'op de hand'.
Maar stom genoeg hing de verpleegster de zak met infusievloeistof lager dan mijn bed en niet veel later kwam ik tot de ontdekking dat mijn infuuslijn vol zat met...bloed. Dat er op dat moment al behoorlijk gestold uitzag. De schrik vloog mij om het hart. En ik voelde totale paniek in mij opkomen.
De verpleegkundige bleef rustig en maande mij ook rustig te blijven. Maar hoe kan ik in hemelsnaam rustig blijven als er een grote kans bestaat dat mijn VAP door een stomme fout, verstopt is geraakt. Mijn net geplaatste VAP. Die juist met zoveel moeite is geplaatst. Die mij even totaal lam heeft gelegd. Diezelfde VAP, waar ik juist extra, extra zuinig mee moet zijn. Als je al überhaupt zuinig kúnt zijn als patiënt zijnde. Naast de paniek die zich meester van mij maakte, werd ik ook enorm boos. Boos op mezelf, maar ook op de verpleegkundige die zó slordig met het infuus was omgegaan.
Wat ik al vermoedde gebeurde. Elien, de zuster, kreeg met geen mogelijkheid mijn VAP open. Met een verbeten gezicht probeerde ze druk op de naald te zetten. Met als gevolg dat de spuit van de naald af knalde. Ondertussen drupten bij mij al de eerste tranen over mijn wangen.
Elien ging weg om de dokter te vragen hoe nu verder. Ze mocht een spuit met Heparine proberen. Dat is natuurlijk proberen tegen beter weten in. Want als het bloed al eenmaal gestold is krijg je dat met Heparine ook niet meer open.
Even later kwamen er twee jongemannen binnen. Eéntje was de longarts, van de ander was de naam en functie mij ontschoten. Deze laatste was erg druk en ik werd zenuwachtig van dat geratel van de man.
Máár...., hij wist wat hij deed. Het ging beslist niet van een leien dakje, maar het lukte hem na flink ploeteren en proberen om mijn VAP weer 'open' te krijgen. En ja hoor, dáár kwamen de waterlanders weer. Maar nu van opluchting.
Achteraf hoorde ik dat de drukke man een chirurg was, die mijn nieuwe, net geplaatste VAP heeft gered.
Eind goed, al goed.
Eén ding weet ik wel; dít soort dingen moet je niet te vaak mee maken. Het is zéér slecht voor mijn hart....!!
De eerste hobbel, of laat ik zeggen; obstakel met mijn nieuwe VAP heb ik dus al weer mee gemaakt. Gelukkig doet ie het nu weer hartstikke goed.
Maar vanaf dát moment wist ik dat het weer tijd werd om naar huis te gaan. Naar de plek waar ík verantwoordelijk ben voor mijn VAP en mijn infuus. Waar ik zelf de regie en touwtjes in handen heb.
De zaterdag en zondag waren gelukkig zo om. Mede door het bezoek dat ik ontving. Zelfs vriendinnetje Patries en haar vriend Alain kwamen helemaal vanuit Alkmaar over om mij een bezoekje te brengen. Wat een verrassing.
En voor nu ben ik van plan om de kuur met succes af te maken en om daarna lekker lang thuis te blijven en te genieten van onze woning....

Een oudje... (deel 1)

Jullie weten dat ik zo nu en dan een oude blog plaats die ik ooit eens op mijn Hyves-account heb geplaatst. Ook nu plaats ik een oude blog. Of liever gezegd; twee oude blogs, want eigenlijk horen ze bij elkaar. 
Het gaat over één van mijn eerder geplaatste PAC's. Een moeizame operatie en in de tweede blog beschrijf ik dus de gevolgen van de operatie. 
De eerste blog is geschreven op 19 april 2008, de tweede eind april. 


 Oke, ik ben weer thuis na een aantal daagjes Groningen.
Ik zag er als een berg tegenop en niet voor niets, zo blijkt nu achteraf.
Ik werd op een vier-persoonskamer geinstalleerd met een prachtig uitzicht over de Oosterparkwijk van Groningen. Tegenover mij lagen twee oude besjes. Eén van vierenzeventig die sinds twee weken in Zeist woont, en een vrouw van zeventig uit Muntendam. Het vrouwtje uit Zeist was een heerlijk vrolijk mens, die ondanks dat ze daar lag omdat er twee borsten waren afgezet, een hele positieve instelling had. Kijk dáár houd ik wel van.
Het andere vrouwtje uit Muntendam zat duidelijk op de klaagstoel. Op melodramatische toon vertelde ze ons dat ze COPD en diabetis heeft en dan ze ook 'al' last heeft van botontkalking (ja, wie niet op die leeftijd...???). Vervolgens krijgen we de medische status van haar zoon te horen (reuma) en dat van haar overleden man (hartkwaal). Als ze ook nog de kwalen van haar huisarts aan haalt (die al geruime tijd in de ziektewet zit), heb ik het al helemaal gehad.
Het is duidelijk; ik MOET televisie, anders kom ik die twee dagen écht niet door...:-} En gelukkig word de televisie nog diezelfde dag aangesloten en verberg ik me achter een koptelefoon terwijl ik héél ergens in de verte de neuzelende toon van Muntendam hoor.
Ik wil echt niet onaardig overkomen, maar eigenlijk kan ik er na dertien jaar, volwassen afdeling, niet meer zo goed tegen de mensen die in zelfmedelijden zwelgen.
Ze werken me simpelweg op m'n zenuwen.
Tussen alle bedrijven door mocht ik mij melden bij de anesthesie en vervolgens kwam de longarts nog even langs en één van de chirurgen die bij mij de VAP zouden plaatsen. Deze laatste leek erg veel op prinses Mariléne en daarom noem ik haar dokter Mariléne.
Eigenlijk is iedereen het er over eens, het moet onder plaatselijke verdoving gebeuren. Ik ben het daar uiteraard roerend mee eens, maar merk wel dat ik donderdagochtend de hele ochtend misselijk van de zenuwen ben. Ik kan de nare herinneringen aan het plaatsen van VAP nummer vier maar niet uit mijn hoofd zetten en ben diep in mijn hart bang dat de operatie ook deze keer weer een klein drama voor mij zal worden.
Dan komt professor Hoekstra binnen. Een oudere chirurg die dokter Mariléne gaat assisteren bij de ingreep. Hij wil mijn oude VAP even zien en voelen en na al dit druk- en knijpwerk knikt hij. 'Ik kan me voorstellen dat dit een probleem is om aan te prikken.' Hij hoort mijn idee aan om het kastje een centimeter of wat te verplaatsen, maar zegt dan meteen; 'dit moet wel onder narcose gebeuren. Anders gaat dit een kwelling voor u worden.'
Chipperdechips.....!! Dat hoor ik nu dus niet graag. Maar het vreemde is dat mijn zenuwen als sneeuw voor de zon verdwijnen. Ik heb er blijkbaar vrede mee.
Om kwart voor twaalf hijst de verpleging mij in mijn OK-jasje en ga ik naar de derde verdieping waar al het snijwerk plaats vind.
Ik hoor van Sonja, de anesthesiste, dat er bij mijn operatie drie anesthesisten aanwezig zullen zijn en dat geeft ook wel weer een vertrouwd gevoel. Ik vraag haar om me asjeblieft héél goed in de gaten te houden en dat beloofd ze.
Daarna hoorde ik een vrolijk 'welterusten Alie' en ben ik dus in slaap gevallen.

Ik word wakker van een man die mij op mijn wang tikt. 'Hallo, wakker worden.'
'Hallo, ik ben wakker', mompel ik suf. Ik draai mijn hoofd en zie tussen mijn wimpers door dat het na zessen is. 'Je hebt een hele lage saturatie, dus we willen je hier even houden.' Ik knik maar besef het eigenlijk niet echt.
Een paar tellen later hoor ik een bekende stem. Het is Jeanet Dik, een verpleegkundige die járen op de longafdeling heeft gewerkt, zelfs nog een poosje CF-verpleegkundige is geweest en nu dus blijkbaar op de OK werkt.
'Hey Alie, wat doe jij nu hier?' rateld ze. Versufd leg ik uit dat ik weer aan mijn VAP ben geholpen. Als ik vraag hoe het met haar gaat hoor ik dat ze inmiddels getrouwd is en zelfs een dochtertje heeft. Nou ja, zólang is het toch nog niet geleden dat we elkaar voor het laatst hebben gezien??
Blijkbaar wel dus.
Ik vraag haar naar Albert en ze loopt naar de telefoon om de verpleegafdeling te bellen dat Albert moet komen. Jeanet haar dienst zit erop en dus neemt ze afscheid met de woorden; 'doe je rustig aan? En doe de groetjes even aan Albert van mij.'
Even later hoor ik de overbekende stem van mijn lieffie. Die trouw, zoals altijd, naast mijn bed gaat zitten. Ik mompel dat ik misselijk ben en Albert geeft dit door aan de verpleger die Alex heet. Ik krijg iets ingespoten tegen de misselijkheid.
De uitslaapkamer is er niet gerust op dat mijn saturatie maar laag blijft en roept de longarts er weer bij.
Die komt kijken en neemt wat instructies met Alex door. Ik mag vernevelen. Met maar liefst drie soorten. Vervelend als je zo moe als een hond bent en je moet ook nog je hoofd erbij houden. Nou ja goed, vredespijp in de mond en lurken maar.
De saturatie schommelt op en neer en daardoor gaan er steeds, blijkbaar, toeters en bellen achter mijn bed af. Ik hoor het achteraf allemaal van Albert want ik kan me er dus helemaal niks meer van herinneren.
Het duurt lang, erg lang voor ik terug naar de afdeling mag. Het is inmiddels half negen als ik 'optimaal' genoeg ben en Alex en iemand van de verpleegafdeling brengen mij terug.
Muntendam roept; 'hè hè, dáár ben je. Ik dacht al, dat is helemaal mis.'
In heerlijk plat Gronings begint ze over haar eigen operatie die ook zo lang heeft geduurd en dat de ruggeprik vre-se-lijk was. *zucht* Ik ben weer terug.
Het plaatsen van mijn VAP heeft drie uur geduurd, meld professor Hoekstra mij gisterochtend. 'Je hebt ons drie uren bezig gehouden jongedame. Ik had het zweet op mijn voorhoofd staan,' grapt ie.
Daarna heb ik dus nog een uur of vier op de uitslaapkamer doorgebracht omdat mijn longen toch een behoorlijke knauw van de narcose hebben gekregen.
Al met al was het dus voor het operatieteam geen pretje om mij op hun tafel te hebben gehad.
Het zet me toch wel even behoorlijk aan het denken. Dít moet dus nu ook echt de laatste VAP zijn. Ik weet zeker dat na afgelopen donderdag niemand mij nog een narcose durft te geven en het plaatsen van een VAP zonder narcose is helaas ook niet meer te doen.
Ik ben erg blij dat ie eindelijk zit en dat hij het ook nog maar heel lang mag blijven doen.
Op dit moment voel ik mij nog steeds niet lekker. Ik had afgelopen nacht koorts en was erg kortademig daardoor.
Nu dus hopen dat dit even een tijdelijke tegenvaller is en dat ik snel weer de oude 'ik' ben.

maandag 21 mei 2012

Ditjes en datjes

Woensdag begin ik weer met een iv-kuur. 
Enerzijds baal ik een beetje omdat het nu best warm is en dan is het niet prettig om met het infuus te lopen natuurlijk (tegaderm die sneller loslaat, irritatie door het zweten onder de tegaderm en ga zo maar door). Maar aan de andere kant hoest en rochel ik weer als een ouwe stoomlocomotief dus die kuur is wel nodig.
Ik houd mijzelf en Albert alweer een paar nachten wakker doordat ik zoveel hoest en omdat ik 's nachts benauwder ben. Ik vind liggen momenteel ook helemaal niet leuk, rechtop hangen gaat beter, dan met twee kussens onder m'n hoofd liggen.



Vandaag was het hier in het noorden des lands best warm en de luchtvochtigheid was hoog. Dat zijn niet de ideale weersomstandigheden voor mij. En dus ben ik vandaag maar gewoon binnen gebleven. Waar het aangenaam en enigszins koel is.
Pas tegen half acht vanavond ben ik 'ns buiten gaan zitten, op ons mooie terras naast ons huis.
Met een lekkere kop koffie voor me kan ik dan zo genieten van onze tuin en ons uitzicht.
Albert die met Bennie op het gras stoeit. Ons hondje dat steeds maar kwispelend achter de frisbee aanholt. Zo blij en enthousiast.





En naast mij, op de picknicktafel meneer Zwart; ofwel Jerry.
Morgen zal het nóg warmer worden dan vandaag. Ik ga niet zeuren, want regen is ook tien keer niks. Maar laat ik wel zeggen dat ik het jammer vind dat het in Nederland, op weergebied,  altijd van het ene naar het andere uiterste gaat.
Vorige week had ik mijn winterjas nog aan notabene.

Verder raak ik natuurlijk steeds meer in de ban van ons aanstaande nichtje.
Mijn schoonzusje is over drie weken uitgeteld dus het begint nu spannend te worden in huize Sanders en Eerenstein.
Met de moeder in spé gaat het nog steeds goed. Ze wandelt er vrolijk op los, zelfs met deze temperaturen. En toen ik haar vandaag een Whats App stuurde met de vraag of ze het een beetje vol kon houden, melde ze me dat het prima gaat, maar dat ze niet in de volle zon gaat zitten.
Groot gelijk. Dat kan ze beter ook niet doen.
En dus wachten we vrolijk verder tot ons meisje zich aanmeld......

Verder is het hier rustig. Ik loop momenteel geen stap harder dan nodig is (lees; dan ik zin heb).
Morgen komen de beide moeders hier te poetsen dus is ons huisje dan weer lekker fris en schoon. Altijd een zalig idee.
Woensdag moet de antibiotica afgehaald worden uit Nieuw Amsterdam en zal Albert mij 's avonds aansluiten op het cadd-pompje. Er is mij nog niet verteld welke antibiotica ik, naast de Tobra, krijgen zal. De laatste keer was dat Tazocin. Ik ben benieuwd.
Ik hoop in ieders geval niet zoveel tegenslagen met mijn PAC te krijgen als tijdens die laatste kuur. Ik houd mijn duimen dus gekruist.

Voor nu;
Fijne avond nog!!!


vrijdag 18 mei 2012

Mama Tandoori

Jullie weten wellicht dat ik een boekenwurm ben. En dat ik sinds oktober vorig jaar de eigenaresse van een e-reader ben.
Dankzij mijn slimme buurman staat mijn e-reader vol met boeken die hij (ergens gratis) heeft gedownload. Waar ik dus héél blij mee ben aangezien ik zelf zo'n computer-kluns ben.
Mijn interesse op leesgebied is breed. Mijn voorkeur gaat naar thrillerachtige verhalen, al dan niet medisch, zoals de boeken van Tess Gerritsen en Karin Slaughter.
Maar, en lach niet alsjeblieft, ik kan ook genieten van oude jeugdboeken of boeken uit mijn kindertijd zoals: Pinkeltje, Otje en Pluk van de Petteflat. Waar ik dus ábsoluut níet van houd zijn boeken waar je het hoofd over breekt. Of boeken die maar niet opschieten.
Zo zag ik laatst het boek: Knielen op een bed Violen van Jan Siebelink in mijn e-reader. Pfffff, wat een beproeving. Na twaalf pagina's had ik een knallende koppijn en dacht ik; 'Waarom doe ik mezelf dit aan????' Dit was dus een voorbeeld van een boek die ik dus NIET leuk vind.

Onlangs had ik het boek Déjà Vu van Esther Verhoef uit gelezen. Een boek die ik persoonlijk geen topper van haar vind. Ik heb het boek Rendez-Vous ook gelezen en vond dat stukken beter. Maar dat is uiteraard ook smaken verschillen.
Het werd dus na Déjà Vu tijd voor een nieuw boek. En al bladerend in mijn e-reader kwam ik daar het boek 'Mama Tandoori' tegen van Ernest Van Der Kwast. Nou en die wil, nee, móet ik je aanraden.
Wat een super leuk, hilarisch boek is dit.
Het is lang geleden dat ik van tijd tot tijd zo heb gelachen tijdens het lezen.
En terwijl ik de eerste pagina's achter de rug had besefte ik dat ik, nog niet zo lang geleden, de schrijver van dit boek bij De Wereld Draait Door had gezien. Sámen met zijn moeder; mama Tandoori. En dus ging ik terug kijken. Want plots moest ik toch even weer het gezicht van dat piepkleine vrouwtje zien die menigeen de stuipen op het lijf jaagt. Dat Indiase vrouwtje dat alles maar gedaan krijgt omdat uiteindelijk iedereen bang voor haar wordt of al is.



Het boek heeft vooral iets komisch, maar is tegelijkertijd best tragisch vind ik.
De auteur van dit boek schrijft over zijn eigen ervaringen met zijn, op koopjes beluste, moeder die absoluut geen nee duldt. Het gezin heeft drie zoons waarvan Ernest de jongste is. Zijn oudste broer is verstandelijk gehandicapt, zijn vader is arts en zijn moeder, tja zijn moeder is gewoon mama Tandoori.
Die iedereen verwelkomt met de deegroller in haar hand. Haar motto; 'goedkoop is goed' is zelfs jaren later nog een soort van jeugdtrauma voor Ernest. Álles wat ook maar in de aanbieding is word mee naar huis gesleept. Twee pallets vol met Pennywafels, of dozen met kattenvleesbrokjes, terwijl het gezin geeneens een poes dan wel kater heeft. Wat goed is voor poes is ook goed voor het konijn, vind mama Tandoori en dus krijgt het konijn vanaf dat moment kattenbrokjes voor geschoteld. Wat het beest uiteraard links laat liggen, want hij is een konijn en wil konijnenvoer. Het weigeren van de kattenbrokjes maakt dat mama Tandoori hem voor straf op rantsoen zet; één blaadje sla per week.

de échte mama Tandoori


Zoals ik al zei; het boek is vooral komisch. Van tijd tot tijd lig ik schaterlachend, dubbel in bed en moet ik Albert, die niet leest, passages voorlezen. Ik zie het allemaal zo voor me.
Maar aan de andere kant heb ik ook een diep medelijden met het gezin Van Der Kwast. Vooral de vader krijgt het flink te verduren in het boek, en als ik lees dat hij van tijd tot tijd mompelt; 'was ik maar een rat in Bombay', vraag ik me toch af waarom hij in hemelsnaam bij die vrouw is gebleven. In haar ogen kan hij niets goed doen. Doet hij niets goed. En dat laat ze hem met regelmaat weten ook.
Dan de kinderen; ze zal ongetwijfeld dol op ál haar kinderen zijn, maar je voelt dat de liefde voor haar oudste, de zoon die verstandelijk gehandicapt is, het grootst is.
Alles wat in haar mogelijkheid ligt om haar zoon 'beter' te maken word geprobeerd; Jomanda uit Tiel, Lourdes, gebedsgenezers, etc etc. Niets word geschuwd. Tegelijkertijd houd ze zich bezig met de oorzaak van haar verstandelijk gehandicapte zoon. Eerst krijgt de buurhond Kelly de schuld en probeert ze die het leven zuur te maken. Dan is het de vloek van een oude geliefde en krijgt vader Van Der Kwast de schuld omdat hij degene is die haar uiteindelijk ten huwelijk heeft gevraagd.

Al met al is het een treurig gezin. Twee zonen die zich voor hun moeder schamen. Een vader die, in de ogen van zijn echtgenote, niets goed kan doen en nergens voor deugt en een moeder die zich als een mini-terroriste gedraagt en overal word gevreesd en gemeden.
Maar omdat ik tot nu toe alleen maar vreselijk moet lachen om dit boek, wil ik hem je toch aanrader. Echt, mocht je op zoek zijn naar een boek dat lekker leest, en waar je ook nog eens heel hard om moet lachen, dan zou ik Mama Tandoori kiezen. Je krijgt geen spijt, gegarandeerd.



donderdag 17 mei 2012

Deze week....

Het is hier rustig. Erg rustig. Na een druk weekend (de verjaardag van mijn zwager én natuurlijk moederdag) was ik de dagen daarna gesloopt. Had ook nergens zin in. En dus beperkte ik de dagelijkse dingen tot...het nietsdoen. Slapen, wassen, eten en natuurlijk zo nu en dan een rondje naar het toilet. Verder he-le-maal niks.
Daarbij begin ik weer meer te hoesten en hoest ik ook meer slijm op dan anders, dus we stiefelen weer heel gezellig richting kuur.

Gisteren was er weer een 'meeting' tussen de lopers van de Mond tot Mond-loop, die voor CF gaan lopen. En wel bij ons thuis. Enkele dames die zich met verve inzetten voor dit doel kenden mij alleen nog maar van naam en het leek ons allen wel leuk om elkaar eens in het echt te zien.
Maar gezien mijn ik voel me vandaag tot niks in staat-mood besloot ik deze meeting toch maar weer 'ns voor een keertje over te slaan. De Mond tot Mond-loop zal begin juli plaatsvinden dus ik ga er maar vanuit dat er nog genoeg momenten komen om de dames in het echie te zien.
De meeting vond nu bij Albert in de studio plaats. 
Buurvrouw Monique, die ook meeloopt en de nodige contacten met mensen van de ncfs aan het opbouwen is, kwam even binnen en verraste mij met een klein pakketje. Er zat een Linda in, pindarotsjes, een lief kaartje en Milka chocolade. Het zijn dat soort kleine gebaren die zoveel doen. En als ik niet helemaal lekker in mijn vel zit zijn het ook dít soort dingen waar ik even héél emotioneel van kan worden.

De meeting verloopt vlot. Amper een uur later staat Albert alweer in de woonkamer met papieren te zwaaien. En legt hij mij in het kort uit wat er besproken is.
Monique heeft van de ncfs papieren toegestuurd gekregen hoe wij CF onder de aandacht kunnen brengen en hoe in het kort CF uitgelegd word. Daarnaast heeft ze tien (!!!) collectebussen gekregen en die worden her en der onder de middenstand verdeeld. Althans, dát is de bedoeling. Albert heeft in ieders geval vanmorgen al een collectebus bij onze kapper ingeleverd, die overigens ook sponsor is. De plaatselijke supermarkteigenaar is ook sponsor en hopelijk kunnen we ook een collectebus bij hem kwijt. En zo hebben de dames een lijstje gemaakt met bedrijven die wellicht mee willen helpen met het inzamelen van zoveel mogelijk geld voor de ncfs.

Er zal een website gemaakt worden en de dames hebben mij gevraagd iets over mijzelf met CF te schrijven. En dat vind ik eerlijk gezegd nogal moeilijk.
Over het algemeen gaat schrijven mij erg makkelijk (en lekker) af. Ik ben het type dat de dingen graag luchtig houd, ben over het algemeen ook een opgeruimd mens dat het niet al te zwaar inziet.
Maar de bedoeling van mijn verhaal op deze website is natuurlijk om de mensen te laten zien dat CF een klotenziekte is. Dat er nog steeds geld nodig is om onderzoek te kunnen doen. Dat er nog steeds jonge mensen bezwijken aan CF en dat dát dan gebeurt na een verschrikkelijke strijd. Dat een gewoon en vooral normaal leven, zoals leeftijdsgenoten die hebben, niet aan de orde is. Omdat je, hoe dan ook, altijd te maken hebt met je ziekte en dus altijd medicijnen zult moeten slikken, inhaleren, ademhalingsoefeningen moet doen, jezelf keihard in de rondte moet eten om maar op gewicht te blijven, dokters en verpleegkundigen net zo'n belangrijke factor in je leven zijn als een oom en tante, naalden en prikken voor veel CF'rs alledaags is hoewel wij eigenlijk ook wel eens een dagje 'vrij' willen zijn, hoesten tot je compleet gesloopt bent voor ons vaker een regel dan een uitzondering is en dat CF zich niet alleen tot je longen beperkt.
CF is zoveel meer, maar leg dat maar eens uit aan iemand die niet weet wat CF is. Ik besprenkel mijn CF-perikelen altijd met een vleugje ironie. Dat vind ik fijn. Het is een soort van pantser dat ik om me heen gebouwd heb en daar vaar ik wel bij.
De enige mensen bij wie ik mijn tranen laat zien en die weten dat ik deze ziekte soms echt heeeeeel erg haat zijn Albert en mijn moeder. Zelfs bij vriendinnen houd ik mijn masker op.
En nu word ik geacht een serieus stukje over mijn leven met CF te schrijven. Dat verzoek kwam vorige week al en ik zit nóg te dubben over de tekst.
Albert vroeg zich af wat het probleem is; 'jij weet juist altijd precies wat je schrijven moet.' Maar het probleem nu is dat ik niet té luchtig wil overkomen. De mensen die het stukje lezen moeten wel begrijpen, uit mijn verhaal, dat CF niet 'easy peasy'  is. Dus tja, ik dub nog maar even verder over de tekst. Wie by the way, een tip of voorbeeld heeft mag mij altijd mailen...:-) (sanstein@live.nl)

Maar goed, de tekst voor de website laat ik deze week nog maar even voor wat hij is (dus niets) en  maak ik mijn week al bankhanger gewoon vol. En daar is ook helemaal niets mis mee.
Voor de meeste mensen is dit een lang weekend, want veel bedrijven zijn morgen ook dicht. Daarom zou ik zeggen; mocht je een lang weekend vrij zijn; heel veel plezier en geniet ervan. Hopelijk blijft het droog dan is het dubbel genieten....!!



vrijdag 11 mei 2012

Digi(b)leed

Ik kan hier nu met een stalen gezicht gaan beweren dat ik veel verstand van computers heb. Dat ik precies weet hoe een computer werkt en ook dat ik weet wat ik moet doen als de computer niet werkt zoals ik het graag zou willen zien. 
Maar ik zeg het maar eerlijk: ik ben een eersteklas DIGIBEET. Ofwel; een kluns, een oen, een kneus, een sukkel waar het computers betreft. 
Vanavond werd me dat nog weer eens pijnlijk duidelijk. 

Ik wou wat instellingen veranderen aan deze blog. Een paar blogs die ik volgde eruit knikkeren en andere blogs die ik interessant vind, toevoegen aan mijn lijst. Meteen liep ik tegen een probleem aan, waar ik enkele weken geleden ook al  tegenaan liep. Namelijk dat de beheerder van alle blogs (naar ik aanneem) het dashboard had verandert. Ik kwam er niet uit. Hoe zat alles ook nog maar weer??
Zuchtend en kreunend besloot ik laptop nummer twee maar aan te zetten. Met op de één mijn blog en het andere scherm stap-voor-stap uitleg hoe ik mijn instellingen kon veranderen. En hoe dom ook; het lukte me nóg niet!!! Ik werd er zowaar chagrijnig van.
Op de achtergrond klonk het vrolijke gebrabbel van Kees Driehuis die Per Seconde Wijzer presenteerde. Nog een handicap die ik heb; ik kan niet lezen, of althans woorden in me opnemen, als ik iemand anders hoor praten. Ook al is het de tv.

Albert kondigt aan dat hij even naar de studio gaat, want hij heeft vandaag een bruidsreportage gedaan en wil graag de foto's alvast inladen en bekijken. Maar als hij mijn stroeve gestuntel achter de laptop's zie, krijgt hij blijkbaar medelijden want hij gaat naast me zitten en vraagt wat er aan de hand is.
Geërgerd geef ik aan dat ik dus hélemaal niets snap van Bloggen en dat de helpafdeling van Blog ook helemaal niet up to date is. Dat ik al drie keer precies heb gedaan wat hun zeiden en dat ik de blogs die ik wil verwijderen, nog steeds in mijn leeslijst heb staan.
Albert loodst mij door de Blogwereld alsof hij nooit iets anders heeft gedaan, terwijl hij in werkelijkheid nog nooit met dit programma heeft gewerkt. Duidelijk, en vooral erg kalm en beheerst, legt hij me uit wat ik doen moet. Zelf zit ik namelijk al enige tijd tenenkrommend achter de laptop. Ik snap niet waar hij die beheerstheid vandaan haalt. Of ben ik nu gewoon een verschrikkelijk ongeduldig tiepje?

Hoe het ook zij, binnen een kwartier heb ik alles op een rij. En precies zoals ik het wil en in gedachten had.
Wat fijn om zo'n handige vent in huis te hebben. Iemand die wél weet hoe het moet. Want als Albert mij zojuist niet had geholpen had ik tot Sint-juttemis zitten klooien.


dinsdag 8 mei 2012

Cadeautje voor mezelf

Soms moet je jezelf eens verwennen en dat heb ik gedaan. Ik heb mezelf op een nieuwe fotocamera getrakteerd. Een klein, handzaam cameraatje dat je zo in je zak kunt steken. 
Drie jaar geleden had ik van Albert een cameraatje gekregen. Een mooie roze, die ik juist vanwege de kleur, onweerstaanbaar vond. Alléén maakte dit cameraatje geen scherpe foto's. En dát is natuurlijk wel een vereiste. Meer nog dan de kleur.  
Ik nam dat cameraatje mee naar Scheveningen, want daarvoor had ik hem gekregen en knipte er wat op los. Albert had tevens zíjn camera mee genomen en achteraf bleken die foto's veel scherper te zijn. 
Het roze cameraatje werd in de kast gelegd en daar bleef hij liggen. 
Ik kreeg vervolgens Albert z'n oude camera, de Fuji die hij niet meer gebruikte. Een hele mooie camera, die ook nog eens scherpe foto's maakte, maar helaas door zijn afmeting niet bepaald handzaam te noemen was. Als ik die camera ergens mee naar toe nam, was gelijk mijn schoudertas propvol.
Nu was dat wel wat lastig, maar goed; ik hád een camera. 
Maar helaas helaas, twee maanden geleden besloot de Fuji het tijdige om te ruilen voor het eeuwige en was ik plots 'camera-loos'. En dát is behoorlijk vervelend.

Een tijdje geleden zag ik tijdens een reclameblok de Nikon voorbij komen. Een hele mooie fotocamera, waarvan ik op dit moment even niet meer om weet welk typenummer het ging. Maar toen ik op die camera ging googelen schrok ik van de prijzen. Ik wil graag een leuke camera, die klein genoeg is om in mijn jaszak te stoppen, maar ik heb er geen honderden euro's voor over. 
Nadat steeds die dure Nikon tijdens een reclameblok voorbij zoefde, werd er plots een ander cameraatje getoond. Wederom een Nikon, maar voor zover ik dat kon inschatten niet zo duur als Nikon nummero uno. Waar je bij de eerste Nikon de lens er af kon schroeven, zat bij deze camera de lens vast. 
Wederom zocht ik het net af en kwam het cameraatje tegen die ik mezelf cadeau heb gedaan. 
De camera is wel iets anders dan de camera van de reclame maar toen ik zag wat de mogelijkheden met deze camera zijn, was ik gelijk om. 
Vandaag werd de camera afgeleverd. En ik ben er reuze blij mee. 
Hij heeft een hippe gele kleur, maakt scherpe foto's, en is bijzonder klein van formaat zodat je hem zo in je zak kunt steken en mee kunt nemen. Én het belangrijkste; de prijs stond me aan....!!






Ik wou graag een nieuwe camera omdat over niet al te lange tijd ons eerste nichtje geboren gaat worden. Dat is natuurlijk wel zo speciaal dat er een hele lading foto's gemaakt moeten worden van baby Sanders. En in juni begint het EK voetbal en dat betekend dat de oranjetent weer hier, voor ons huis, opgebouwd gaat worden. Drie weken van gezelligheid met de buurt móet, hoe dan ook, vast gelegd worden. 
En natuurlijk heeft Albert z'n professionele camera's, maar dat is helemaal niet handig om mee te nemen. Bovendien is hij ook erg zuinig met zijn camera's dus die worden niet zomaar, voor elke wissewasje, te voorschijn gehaald. Nee, dan is het alleen maar mooi dat ik dit kleine, handige cameraatje heb aangeschaft. 


Ik heb me vanmiddag al even in de mogelijkheden verdiept. Er zitten twee programma's bij en van allebei snap ik nog niet veel. Maar dat zal uiteraard een kwestie van tijd, en vooral uitproberen zijn. 
Dus ik denk dat ik binnenkort maar 'ns op stap moet. Wat foto's van de omgeving maken bijvoorbeeld.
Ik hoop jullie snel op wat bijzonder foto's te kunnen trakteren. 







zondag 6 mei 2012

...lopen voor CF...

Op 7 juli aanstaande zal er voor de allereerste keer de Mond tot Mond-loop plaatsvinden.
Een soort van marathon, maar dan in het klein. Een initiatief van de lokale huisartsen die de mensen in onze regio bewust willen maken van een gezonde levensstijl, waar dus sporten ook bij hoort.
Een groepje vrouwen hier uit de buurt is zeer actief op loop-gebied. Of liever gezegd; zeer actief op sport-gebied, want naast het lopen word er ook nog volop getennist, volleybal gespeeld, etc etc.
Dat kleine groepje vrouwen had zich voorgenomen om mee te doen met de Mond tot Mond-loop en de actiefste van het stel, Anita, had geopperd dat ze dan best eens voor een goed doel konden gaan lopen.
Een dame uit de buurt stelde voor om voor CF te gaan lopen omdat een familielid een zoontje met CF heeft.
Maar helaas is CF nog steeds een ziekte die niet heel erg bekend is bij het grote publiek en dus zei de naam CF ook nog niet veel. Totdat buurvrouw Monique, die ook mee gaat lopen met het groepje mensen, zei dat ik ook CF heb en dan krijgt de ziekte opeens een gezicht.

Iedereen was meteen enthousiast. Met mijn eigen Albert voorop. Want ja, zodra hij hoorde waar de dames voor gingen lopen begon hij zich er meteen (positief) actief mee bemoeien.
Want het doel is natuurlijk zoveel mogelijk geld ophalen voor de CF-stichting, dat moge duidelijk zijn. Meteen ging Albert op zoek naar sponsors voor de shirten. Uiteindelijk heeft hij, zonder al te veel moeite, zes sponsors (inclusief hijzelf als a-picturefotografie) weten te vinden. Allen lokale ondernemers die meteen een steentje bij wilden dragen. Albert opperde dat het misschien een idee is om ook shirten te gaan verkopen waarvan de helft van het bedrag naar de CF-stichting zal gaan. Uiteraard moet er uitgezocht worden in hoeverre dit mogelijk is met de organisatie van de Mond tot Mond-loop en of dit zomaar mag van de gemeente uiteraard.
Waar ik overigens allang zou hebben gezegd; 'Laat maar zitten. Te veel moeite en gedoe,' maakt het Albert juist nóg actiever om te gaan organiseren. Die heeft zich er als een pitbull in vast gebeten.
Want naast het ophalen van zoveel mogelijk geld vind hij het tevens belangrijk dat er wat meer naamsbekendheid over CF komt. Dit omdat er nog een heleboel mensen zijn die niet weten wat CF is. Sommigen hebben ooit van Taaislijmziekte gehoord en knikken dan meelevend dat het toch allemaal niet te best is, maar daar heb je het dan ook helemaal mee gehad.



Gisteren hebben een paar lopers een meeting gehad en uiteraard was Albert daarbij aanwezig.
Wat klein begon (mee lopen en voor een goed doel) is inmiddels behoorlijk groot geworden. Dus krijgt een ieder een taak om iets te regelen. 
Nu moeten er financiële sponsoren gezocht worden en dat is dus Albert z'n taak geworden.

En natuurlijk moeten er ook mensen gevonden worden die langs de route de lopers gaan aanmoedigen.
Eén van de lopers werkt bij de bank en zal een rekening gaan openen waar mensen straks geld op kunnen storten.
Gisteren gingen we even naar mijn broer en schoonzusje. Op de heenweg moest Albert iets afgeven bij onze kapper, die tevens tot de vriendengroep van Albert behoord. Tien minuten later kwam mijn mannetje met een grijs van oor tot oor de auto weer in; 'Zo, wéér een sponsor binnen.' Ik zie dat hij er plezier in heeft en dat vind ik dan op mijn beurt ook wel weer vermakelijk.

Aanstaande donderdag zal er een voorlichting plaatsvinden in een buurthuis, want het is de organisatie van de Mond tot Mond-loop ook niet ontgaan dat er een klein groepje mensen zo de aandacht op het lopen EN CF heeft gevestigd. Tuurlijk is het belangrijk dat je de dingen gescheiden houdt. Zo zijn er veel mensen die enthousiast Albert opbellen dat ze mee willen lopen, maar daarvoor moeten ze zich toch echt bij de organisatie aanmelden.

Omdat wij (en de lopers) nog nooit eerder zoiets georganiseerd hebben vraag ik jullie mee te denken. Hebben jullie nog tips en/of ideeën, laat het me weten, wie weet kunnen we er iets mee.
Voor alle duidelijkheid; er word niet alleen voor mij of voor dat jongetje dat ik eerder in dit verhaal noemde gelopen, er word voor ALLE CF'rs gelopen met als doel zoveel mogelijk euries op te halen voor de NCFS die zij op hun beurt weer goed kunnen gebruiken.

Wordt ongetwijfeld vervolgd.....



donderdag 3 mei 2012

De schapenwei

Twee jaar geleden besloot onze gemeente borger-odoorn dat gras, dat onder 'gemeente-grond' viel, te laten begrazen door schapen. Jawel, je hoort het goed. En dat allemaal onder het mom dat het natuurlijk zoveel goedkoper is dan het inzetten van de gemeentemaaier.

Wie kan zich de hitte van 2010 niet meer herinneren??? Toen werden de arme schapen voor het eerst ingezet.
De schapenboer plaatste de dieren op wat lege bouwkavels in onze straat en ging er weer vandoor. Niet lang daarna bleken de watertonnen van de dieren leeg te zijn. Misschien door de hitte, maar nog waarschijnlijker dat de dieren al het water zelf opgeslobberd hadden. In ieders geval waren er een paar mannen uit de straat, waaronder mijn eigen mannetje, die de dieren weer vers water gaven.
Het zag er zielig uit. Maar liefst tweehonderd schapen met een redelijk dikke mantel aan, die in de blakende zon stonden te bakken, zonder een ziertje schaduw in hun nabijheid.
Maar hoe zielig ook voor de dieren, wij, de directe buurtbewoners hadden ook last van dit groene idee van de gemeente. We werden overspoeld met vliegen. Van die hele dikke, met een groenige glans. Brrrrrr.....!!!
En als je buiten zat rook je de, niet al te frisse geur, van schapenpoep. Vooral de bewoners die de schapen direct achter hun woning hadden lopen, kampten met dit probleem.

Een paar dagen later kwam de schapenboer met z'n hond en werden de schapen verplaatst naar een ander stukje Valthermond. Tot onze afschuw zat er een jong schaap vast in het gaas van het gammele hek dat als omheining diende. De schapenboer ging er notabene vandoor zonder de boel goed te controleren. Hij WIST niet eens dat er een schaap vastzat.
Wederom kwamen enkele buurmannen in actie om het arme schaap te bevrijden. Die, toen hij eenmaal vrij was, snel achter z'n wollige vriendjes en vriendinnetjes aan rende. Dat de schapenboer niet heel veel om z'n schapen geeft bleek wel dat tijdens die zelfde zomer hier in de sloot, in onze woonwijk, een dood en al behoorlijk opgezet kadaver ronddreef. Wederom had de man niets in de gaten gehad. Nu was er echter niemand die deze taak op zich wou nemen; het verwijderen van het schapenlijk, en dus werd de schapenboer aangesproken op het kadaver. Het was zíjn schaap dus mocht hij ook de rotzooi opruimen.

Vorig jaar, voorjaar en zomer, stonden de schaapjes weer vrolijk in de straat en werden ze, zodra ze hier de boel kaal gevreten hadden, op andere stukjes grasland in ons dorp gezet. We zagen het allemaal weer hoofdschuddend aan. Gelukkig was 2011 geen al te warme zomer dus dat viel voor de schapen weer mee. En voor ons ook een beetje. De stank bereikte ons nét niet, maar wel weer de mensen die de schapen pal achter hun woning hadden lopen.
Wel werden we weer overspoeld met vliegen. De vliegenmepper maakte overuren.
En zoals verwacht staan ook dit jaar de schaapjes weer in onze straat. Sinds twee weken wel te verstaan.
Vorige week kregen we tal van positieve reacties van mensen die op ons feestje kwamen en niet wisten dat er schapen in onze straat aanwezig zijn. 'Wat leuk. Wat gezellig,' klonk het her en der.
Tja, het is maar wat je leuk en gezellig vind natuurlijk. Voor de kindjes in onze straat is het leuk inderdaad. Die genieten van dat beestenspul en ach, die weten ook nog niet wat overlast is natuurlijk.

Afgelopen week, toen het nog stralend mooi weer was, ging Albert even foto's maken van de schapenbende. Er zitten namelijk ook hele kleine tussen EN  er zijn er zelfs een paar drachtig; dus dat beloofd nog wat.








Maar toen ik de foto's 's avonds zag, die Albert had gemaakt van de buurtschapen, verscheen er wel een glimlach op mijn gezicht en kan ik toch niet anders dan concluderen dat het wel heel moeilijk word om je te ergeren aan het schapenspul als je deze foto's ziet.
Ja toch??





woensdag 2 mei 2012

Feestje (deel 2)

En toen werd het vrijdagavond, dé avond van ons feestje.
Hoewel ik er de hele week tegenaan zat te hikken, en dan vooral tureluurs van de drukte en chaos werd, had ik er vrijdagavond gelukkig weer heel veel zin in.
Een grootste deel kwam natuurlijk op Albert z'n schouders terecht. En die leek allerminst last van stress o.i.d te hebben. Die riep al wéken dat hij er zo'n zin in had.
Een ander groot deel, de catering, had mijn moeder op zich genomen. Nu moet ik zeggen dat mijn moeder een keukenprinses is en dat zij zich altijd enorm op dit soort dingen kan verheugen.
Toen ik haar begin dit jaar voorzichtig vroeg of zij de catering op zich wilde nemen keek ze vooral blij en heel erg trots.
We spraken af dat ik ook een (klein) deel voor mijn rekening zou nemen. Ik ben namelijk van de pastasalades en de wraphapjes, mijn moeder de rest.

Donderdagmiddag begon ik met het maken van de salades. Twee pastasalades en een zogenaamde Gerdie-salade. Wie Gerdie is weet ik niet. Mijn moeder at deze salade een paar jaar geleden bij een buurtbarbecue en was zo enthousiast dat ze het recept vroeg van degene die deze salade had mee gebracht naar de barbecue. Daar werd duidelijk dat de salade Gerdiesalade werd genoemd.
Hoewel ik de salade nog nooit geproefd had, had ik alle vertrouwen in de goeie smaak van mijn moeder en besloot ik deze salade te maken voor ons feestje. En inderdaad, ze had niets teveel gezegd. Hij was HEERLIJK.
Eerst maakte ik de pastasalade met asperge, daarna de pasta-makreelsalade. Eigenlijk had ik toen al geen zin meer, maar goed; even doorzetten maar, want de Gerdie-salade wachtte ook nog op ons.
Daarna dook ik op de bank om even te rusten.
Want een paar uur later zouden mijn tante en mijn moeder komen om mij mee te helpen met een paar wraphapjes.

Tegen zeven uur waren de dames hier om mij mee te helpen, terwijl er in de tuin een aantal mannen zich op de feesttenten hadden gestort. Het was absoluut geen mooi weer en alsof dat nog niet genoeg was stond er een meer dan stevige wind. Die nacht lag ik dus niet lekker in het echtelijke kratje. Ik hoorde van alles en was bang dat we de tent de volgende dag, uit de vijver van het Aukje Wolf-park konden vissen, het park dat achter onze woning ligt.
Gelukkig bleek de tent vrijdagochtend nog gewoon omhoog te staan.
Wel waaide het nog steeds behoorlijk en ik hoopte maar dat de wind ons feestje niet zou verstoren of verzieken.

Albert had een verrassing voor mij.
Vorig jaar, tijdens ons weekendje Preston Palace met onze buurtgenoten, heb ik enorm genoten van het karaoke-café. Niet om zelf mee te doen ofzo. Nee, gewoon van de heerlijke muziek die voorbij kwam, van de allerlaatste hits tot Nederlandse meezingers. Mensen die zich bewust, al dan niet onder invloed van een drankje (of meerdere), voor paal zetten; hilarisch vond ik het.
Omdat ik toen zo genoten heb, had Albert als verrassing een eigen karaoke geregeld. Zijn aangetrouwde neef en iemand hier uit het dorp die over een gouden keeltje beschikt, schijnen dit wel eens vaker gedaan te hebben. Gouden keeltje (laat ik hem G noemen) uit het dorp heeft inmiddels een partyservice dus mocht je nog eens een leuk feestje willen organiseren; denk dan aan hem.
's Middags kwamen de aangetrouwde neef en G langs om alles op en klaar te zetten. Toen ik hoorde van onze eigen karaoke schrok ik behoorlijk. Ik heb inderdaad enorm genoten vorig jaar, maar om nu meteen zelf karaoke te gaan zingen in onze tuin.....:-(!
Laat ik het erop houden dat ik even moest slikken en het idee even moest laten bezinken.





Tegen zeven uur die avond zat ik startklaar in de grote tent. Ik had voor mezelf een goed plekje uitgezocht, namelijk dicht bij de drankjes en het buffet. Én op een beschutte  plek, want hoewel de wind was gaan liggen, was het verre van warm te noemen. Gelukkig waren er twee terrasverwarmers aanwezig en die waren ook nodig.
Mijn moeder was al vanaf één uur 's middags aanwezig en had samen met Albert de boel klaar gezet, toen ze mij naar bed hadden gestuurd om even een paar uurtjes te rusten.
Heel langzaamaan druppelden de eerste gasten binnen.
 En al gauw was de tent goed gevuld en hing er een gezellige sfeer.
Er werden drankjes ingeschonken, glazen bier getapt en natuurlijk werd er gesnoept van het buffet. Mijn moeder hield alles in de gaten en zodra er iets op of leeg raakte, zorgde zij dat het weer werd aangevuld. Ik moet eerlijk zeggen; de lieverd heeft haar roeping misgelopen. Iedereen was laaiend enthousiast en ze dachten allemaal dat we een professioneel cateringbedrijf hadden ingehuurd. Mijn moeder glom van trots.




Tegen negen uur kwam gouden keeltje G binnen waaien en gooide hij even later zijn strot open. Mijn hemel; even heel grof gezegd; mijn bek viel spontaan open. Wat een prachtige, diepe stem. Ik zag dat meerdere mensen met open mond naar zijn zingen luisterden. Hij begon met country en ging even later over op Elvis. Ik hoorde ook dat hij zich had opgegeven voor The Voice Of Holland. Nou met zo'n stem kom je er wel. Zeker weten.
Albert ging met hem zingen en dat was voor mij al aanleiding om meteen te lachen. Heerlijk zoiets.
Nadat ik twee glazen bessen-jus d'orange had weg gewerkt durfde ik de microfoon ook wel vast te houden. Samen met buurman Ronald zong ik een gouwe ouwe van Drafi Deutscher; Marmor, Stein und Eisen Bricht.
Daarna nam G  het touwtje weer over en begon hij een aantal meezing medley's. De sfeer zat er in.








Tegen half twaalf gingen de eerste mensen weer naar huis en tegen twaalf uur kreeg ik nog, heel gezellig, een glas cassis over me heen. Bah, moest ik me ook nog verkleden en ik was al zo moe.
Nou ja, omdat je nu eenmaal niet in je natte plunje kunt blijven zitten en cassis ook heel erg plakt ben ik toch maar het huis in gelopen om mezelf in wat makkelijkere kleding te hijsen.
Op het laatst bleven uiteraard alleen onze buurtgenoten nog over.
Van deze buurtgenoten hebben Albert en ik een prachtig cadeau gekregen, namelijk de ActiFry van Tefal.
Frituren zonder frituurvet. Ik had er overigens nog nooit van gehoord, maar Albert had het al vaker over het apparaat gehad (hij wist alleen de naam niet) en we waren dan ook blij verrast met dit leuke cadeau, waar je ook nog eens iets aan hebt.



Het was kwart voor drie toen we moe maar heel voldaan ons bed inrolden. Albert had even tevoren nog onze hond moeten zoeken, want die was hem gepeerd toen wij nog met onze laatste gasten zaten te beppen.
Een interessante afsluiter van de avond, zullen we maar zeggen.
Ik heb geslapen als doornroosje. Wat een heerlijke avond hebben we gehad. Het was zo gezellig en iedereen was laaiend enthousiast. De verrassing van Albert, het karaoke-zingen, bleek een gouden idee te zijn. Zélfs ik, die toch eerst wat sceptisch was, vond het briljant. En heb 's avonds nog even goed m'n best gedaan met zingen.

Zaterdag was mijn moeder hier weer bijtijds om samen met Albert de boel op te ruimen. Ik heb er weinig van mee gekregen moet ik zeggen. Het was na de middag dat ik uit bed stapte en ik heb de hele dag, moe als ik was, in m'n pyjama rong gelopen.
Maar hoe moe en gesloopt ik me ook voelde, dit was weer iets waar ik maanden op kan teren. En met heel veel plezier aan terug kan en zal denken. Het was een topfeest.

Iedereen heel erg bedankt! Jullie hebben er een SUPER feestje van gemaakt.
Maar diegene die ik écht moet bedanken is natuurlijk Albert en mijn aller,- allerliefste moeder. Want zonder hun had dit feestje nooit plaats kunnen vinden.

Jullie zijn geweldig!!!