vrijdag 31 augustus 2012

Alyssa 12 weken

Vandaag even met m'n kleine nichtje Alyssa op de foto geweest.
Mijn moeder past sinds vorige week anderhalve dag op haar en vanmiddag heb ik haar even gezelschap gehouden.
Alyssa was gisteren alweer 12 weken oud. Wat vliegt de tijd!!!

Ik en Alyssa (bij oma)

Let by the way niet op mijn haar. Dat zit voor geen meter. Morgen komt de kapper en gaat er weer een flink stuk af.

maandag 27 augustus 2012

Bizarre wereld....

Soms gebeurt er iets, of lees je dingen, waar je vraagtekens bij zet. En soms gebeurt dat zo vaak in één week dat je je afvraagt of de wereld niet gewoon knettergek is geworden....

Het eerste waar ik gewoon niet over uit kan, is de ellende die je de afgelopen weken over het Vu medisch centrum leest en hoort. Ik vraag mij écht af hoe professioneel de staf van dit ziekenhuis is. Ik val van de ene verbazing in de andere. Als het ooit zo'n rommeltje in het UMCG gaat worden, ben ik weg....!!!
Je zal er maar patiënt zijn zeg. Niet normaal toch??
Ik heb dan ook erg te doen met die twee artsen die nu thuis zitten. De één verplicht omdat hij niet meer welkom is, als klokkenluider. De ander is ziek, maar naar ik aanneem is de reden van zijn ziekzijn de ellendige sfeer die op dit moment in het ziekenhuis hangt.
Ik vind het treurig dat volwassen, hoogopgeleide mensen er zo'n puinzooi van maken.
Nog erger vind ik het voor de gedupeerde patiënten, die nu niet weten waar ze aan toe zijn. Want het ziekenhuis schijnt ook een communicatieprobleem met hun patiënten te hebben...:-(

Naast die treurnis in Amsterdam las ik vandaag op Nu.nl dat er in Alaska een man overleden is na een grizzly aanval. De beer was schijnbaar lekker aan het eten en hoewel het park voorschrijft om de dieren niet binnen de 400 meter te benaderen heeft de ongelukkige berenliefhebber dit advies naast zich neer gelegd. De foto's die hij van de beer heeft gemaakt zijn waarschijnlijk op een afstand van 50 meter gemaakt. Zo dichtbij dat hij de beert geïrriteerd heeft waarschijnlijk. De rugzak en bebloede kledingstukken zijn later door andere toeristen terug gevonden.
Maar nu komt het wrede en in mijn ogen ook belachelijke in dit verhaal; het park heeft de grizzlybeer die dit alles op z'n geweten heeft, doodgemaakt.
Dít is dus weer zo'n voorbeeld waarbij ik me achter m'n oren krab en niet goed begrijp waar deze onzinnige reactie vandaan komt. De man doet iets gevaarlijks, men mag aannemen dat hij wist dat grizzlyberen geen teddyberen zijn, moet die domheid met de dood bekopen (wat sneu voor hem is, maar eigenlijk heel logisch in dit verhaal is) en de beer word naar de andere wereld geholpen. Is dat niet de omgekeerde wereld??
Misschien dat ik zo fel reageer omdat ik een groot dierenliefhebber ben en het te zot voor woorden vind dat een 'onschuldig' dier moet boeten voor de stomheid van de mens.

Weer een ander verhaal is de witte onderbroek van Elvis Presley die in september onder de hamer zal gaan. De ongewassen onderbroek, compleet met vlekken is ingelijst en men schat (of hoopt) er een bedrag van 10.000 pond (ruim 12.000 euro) voor te kunnen vangen. Bing, bing; KASSA...!!!
Met andere woorden; ergens loopt er iemand op deze aardkloot rond (en waarschijnlijk wel meer dan ééntje) die voor een absurd bedrag, de vuile onderbroek van The King wil kopen. Ik gruwel bij de gedachte dat er iemand een dergelijk voorwerp aan de muur in zijn woonkamer zal ophangen. Wat een gorigheid, ook al is die gorigheid van Elvis. Bah, bah, bah.

En dan een ander verhaal waar ik juist enorm om gelachen heb. Een echtpaar uit Nieuw Zeeland had ruzie gekregen omdat het huisdier van de vrouw, een varken, zijn motorzaag had vernield. Waarop de woedende man zijn vrouw had bekogeld met een struisvogelei. De vrouw liep een kneuzing aan haar borst op. De verklaring van de man was dat hij dacht dat zijn vrouw het ei wel zou vangen......
De rechter besliste dat de 46-jarige man zes maanden de cel in moet omdat hij het ei als wapen heeft gebruikt. En hoewel dit natuurlijk belachelijk klinkt heb ik meteen een beeld voor ogen en lig ik dubbel bij het lezen van dit opmerkelijke verhaal.
Maar ook hier weer; wat een zot verhaal.
Zeg nu zelf; we leven toch in een bizar, rare, wereld????


donderdag 23 augustus 2012

Heet, heter, heetst....

Wat een zaligheid dat die hitte van de afgelopen dagen wat is afgenomen.
Ik voelde me overdag compleet niet lekker met die tropische, on-Nederlandse temperaturen. Mijn plekje was voor de ventilator, veel meer zag ik overdag ook niet.

Maar juist voor afgelopen vrijdag stond er een bezoekje naar Ommen in de planning.
De buurtjes van een paar huizen verderop hebben daar op een camping een stacaravan. Vorig jaar hebben we hen bezocht en een bezoekje dit jaar was wederom de bedoeling.
Maar juist de week waarop we eigenlijk wilden gaan, was mijn laatste week van de kuur en ik voelde me allesbehalve fit. Ik bracht die week meer slapend dan wakker door en dus besloten we het bezoekje een week op te schorten.
Onze direct naaste buren waren inmiddels terug van hun vakantie en dus werd besloten om met z'n zessen te gaan. De buurman en buurvrouw en uiteraard de twee kids.
Vrijdagochtend werd ik met een knoop in m'n maag wakker. Ik had aan de ene kant enorm veel zin om naar de camping te gaan, maar de hitte zorgde ervoor dat ik tegelijkertijd ook als een berg tegen de dag aanzag. Thuis heb je natuurlijk de luxe om even te gaan liggen, hangen, of wat dan ook, als je je even terug wilt trekken uit de hitte die buiten heerst. Bij anderen, behalve bij mijn ouders, doe ik dat niet zo gauw. Ook al word het me soms aangeboden; ik vind het gewoon geen prettig idee.
Maar goed; nu is Ommen voor ons niet meteen het einde van de wereld. Ruim een uurtje rijden en je bent ook gelukkig zo weer thuis.
We gingen dus. Goedgemutst kwamen we aan bij de camping. Met dank aan de airco in onze auto natuurlijk. Anders was ik niet eens gegaan.
Ik en Djara.

De camping ligt lekker verscholen in het bos en Ronald en Linda hebben een prachtig plekje waar veel schaduw is. Het was daar dus goed toeven.

Zaterdag en zondag waren twee absolute rustdagen voor mij. Het weer is afmattend en elke stap die ik zet resulteert in gehijg alsof ik een oud, versleten paard ben. Met mijn tong over de vloer slepend, sleep ik mezelf van toilet naar bank, en van bank weer naar toilet. Ik drink extra flesjes water en vul uiteraard ook de zouttekorten bij tijd en wijle aan.
Hoewel het maandag nog steeds veel en veel te warm is, is het voor velen alweer een opluchting dat het 'maar' 27 graden is. Het is inderdaad een graadje of acht kouder dan de dag daarvoor, maar ook bij 27 graden presteer ik niets.
Het is echter onze trouwdag en 's avonds komen de beide ouders op bezoek. Albert nodigt her en der nog wat buren uit; mochten ze zin hebben zijn ze altijd welkom voor een borrel.
Hij besluit de tuintafel bij de voordeur te zetten aangezien het daar stukken aangenamer (lees; koeler) is dan op ons eigenlijke terras aan de andere kant van het huis. Het is daar echter zo koel dat ik toch besluit om een vestje aan te trekken.
Dinsdagmiddag breng ik een vluchtig bezoekje aan m'n moeder die voor het eerst op haar kleindochter past nu de jonge moeder dinsdag weer begonnen is met werken. M'n moeder was van te voren best zenuwachtig, maar al snel blijkt dat ze zich uitstekend weet te redden met de kleine.
Alyssa
Dinsdagavond brengen Albert en ik een bezoekje aan mijn lieve nichtje Tanja, die een maand geleden is gaan samenwonen met haar vriend Sean. En wat hebben die twee een gezellig huisje. Ze hebben smaak én heel belangrijk; het is er gezellig. Niet zoals je tegenwoordig vaak ziet, een strak en ongezellig en onpersoonlijk huis. Ik kan me goed voorstellen dat ze zich daar enorm thuis voelen.

Maar met die hitte én de drukte kan het niet uitblijven dat ik het koud krijg. Dát heb ik dus altijd als ik oververmoeid ben. Dan heb ik het koud en ben ik rillerig. En terwijl gisteren de terrasdeur en de achterdeur openstonden om de boel lekker door te laten waaien, en de ventilator nog steeds overuren maakte, kreeg ik het koud. En dat was afgelopen nacht niet anders.
De plafondventilator maakt al een dikke week overuren, maar afgelopen nacht kroop ik tot aan mijn neus onder ons dekbed. En bedacht me toen; wat een belachelijke situatie. Dat ding kan toch ook gewoon uit....!!

Van mij mag het nu wel gewoon een graad of 23 blijven. Met een dergelijke temperatuur is niks mis en je functioneert ook nog enigszins redelijk.
Maar hoewel we dus nu in de nazomer zitten is dat niet meteen een garantie want ook in september kan het nog bloedheet zijn weet ik inmiddels.
Voor nu is het gewoon genieten van de (stukken) aangenamere temperaturen en bijkomen van de hitte en de drukte. Santé!!!


vrijdag 17 augustus 2012

CF poli (deel II)

.....En zo tuften we over de N34 terug naar huis. Ik had mijn controle in het ziekenhuis die ochtend dus gehad en was erg tevreden over datgene dat nu achter me lag.
We hadden het laatste traject van de terugreis bijna bereikt toen Albert tussen neus en lippen door melde dat hij die middag nog even moest tanken. Waarop ik hem vroeg of hij dat nog ging redden.
Hij wilde namelijk eerst naar huis en dan dáárna naar Musselkanaal, waar hij nog wat boodschappen wilde halen en daar dan gelijk wilde tanken. Ja hoor, dat ging hij makkelijk halen. Het lampje dat er getankt diende te worden sprong namelijk net aan.
Amper twee minuten later hoor ik; 'Oh oh.' En de wagen begint iets te schokken.
'Dat gaan we dus niet redden,' klonk het naast me. Waarop ik hem onderzoekend aankeek. Ik was ervan overtuigd dat het een 'zogenaamd leuk grapje' moest voorstellen, vooral omdat er een glimlach rond Albert z'n lippen lag. Maar het was een glimlach van ongeloof. Dát was hem dus nog nooit, nog nóóit overkomen. Stil komen te staan, zonder benzine.
Hij zet de auto aan de kant, doet de auto uit en probeert hem weer te starten. Nope, hij weigert iedere medewerking. Ik geloof mijn ogen niet. Daar sta je dan, langs een drukke weg, en er zit geen druppel benzine meer in de tank. Op zo'n circa elf kilometer van huis.
'En nu?' vraag ik hem. 'Nu ga ik Bert bellen,' is zijn antwoord. Onze buurman heeft nog vakantie maar het is natuurlijk maar de vraag of hij wel thuis is. Gelukkig neemt hij de telefoon op en jawel; hij is thuis en komt eraan.
Ondertussen zie ik dat we op een steenworp afstand van de sexboerderij in Ees verwijderd zijn. Een heel fraai plekje dus om te stranden...;-)

Na een tijdje wachten zien we de zwarte bus van buurman Bert aankomen. Met een glimlach van oor tot oor stapt hij de drukke straat over en complimenteert Albert met het fraaie uitzicht...
Terwijl Albert zich over de jerrycan met benzine buigt haalt Bert z'n mobiel uit z'n broekzak. Om even later doodleuk een fotootje te maken van een 'tankende' Albert. 'Even vastleggen,' lacht hij.
Gelukkig 'doet' onze auto het even later weer. We bedanken Bert voor zijn hulp en rijden gelijk door naar een pompstation in Exloo, dat gelukkig toch op onze route lag.

't is weer 'ns iets anders. tanken uit een jerrycan...

 Was ik even in paniek toen Albert zei dat we inderdaad zonder benzine zaten, nu achteraf vind ik het best wel hilarisch en vooral héél dom. Gelukkig dat we vrij dicht bij huis waren en dat buurman Bert ons kwam redden. Toch maar iets eerder tanken de volgende keer...!!

donderdag 16 augustus 2012

CF poli

Vandaag mocht ik, na een lange tijd mezelf vrij te hebben gegeven van welk ziekenhuisbezoek dan ook, weer op audiëntie. Niet dat ik er erg veel zin in had, want met deze temperaturen blijf ik liever thuis, met een groot glas ijskoude ijsthee, dan dat ik in een muf ziekenhuis ronddool. Maar goed, zoals ik al schreef; ik had al een poosje m'n neus niet laten zien en vond dat ik uit fatsoen maar 'ns mijn neus moest laten zien. 

Het probleem momenteel met mij (en ziekenhuizen dus) is dat ik in de loop der jaren een mega aversie heb opgebouwd. Dát heeft weer alles te maken met de jaren 90 van de vorige eeuw, toen ik op een gegeven ogenblik meer ín het ziekenhuis lag dan dat ik thuis was.
In die tijd heb ik heel veel gezien en vooral mee gemaakt. Op een bepaald moment liep die emmer, die alsmaar vol liep met emoties, over en was ik er helemaal klaar mee. Ik ben in een depressie terecht gekomen waar ik nu nog steeds de rillingen van krijg als ik er aan terug denk.
Hoewel het ziekenhuis nooit een leuke plek is om naar toe te gaan, ging ik er in het verleden vrij 'zorgeloos' naar toe. Het ziekenhuis, dokters, witte jassen, verpleegkundigen, naalden en ander ziekenhuisleed waren voor mij iets wat er simpelweg mijn hele leven al bij hoorde. Ik werd er niet warm, noch koud van.

Die beruchte jaren 90 hebben daar een einde aan gemaakt.
Eerst kreeg ik hyperventilatie, iets wat mij volkomen vreemd was en ik schrok daar in eerste instantie ook behoorlijk van. Daarna kwam dus de depressie.
Anno 2012 beschouw ik een polibezoekje aan het umcg als iets akeligs.
Dat heeft met meerdere dingen te maken, dus niet alleen de vele opnames vele jaren geleden.
Ik weet dat het niet heel erg lekker gaat, maar de ellende met zo'n polibezoekje is dat je het ook nog eens flink ingewreven word. Ik zeg dan ook altijd; 'het longfunctieblazen kan mijn week maken, maar ook breken.'
Ik haat het. 'k Vind het gewoon veel te confronterend. Ik ben nu eenmaal meer van de struisvogelpolitiek. Tja, wat doe je eraan??
Een ander heikel punt is het feit dat ik wat moeite heb met mijn longarts.
Het is niet dat hij niet aardig is, want dat is hij wel. Maar ik heb altijd het gevoel dat hij niet echt naar me luistert. Als ik iets zeg of opmerk, praat hij er altijd doorheen, wat ik dus een nare eigenschap vind. Naar mijn idee scheert hij alle CF'rs over één kam en hij heeft Albert, terwijl die een doodgewone vraag stelde, al twee keer botweg afgekapt. Blijkbaar vind hij het heel vervelend als de partner ook met vragen rondloopt en die dan gaat stellen.
Maar nu bestond het CF-team in Groningen tot voor kort uit één longarts (hij dus) en één internist. Veel te weinig als je het mij vraagt want het is ook wel eens voorgekomen dat de één vakantie heeft terwijl de ander naar een congres in het buitenland is. Nou zoek dan nog maar 'ns een arts in een dergelijk groot ziekenhuis die weet waar ik het over heb.
De longarts is, hoe logisch, voor de longproblematiek, terwijl de internist zich voornamelijk bezighoud met de diabetici, de leverfunctie etc etc. Nu weten ze van elkaar wat ze doen, maar toch.
Ik merk dat mijn longarts, ondanks de vraag hoe het met mijn suikers gaat, minder aandacht voor dit onderwerp heeft dan zijn collega.
Nu ben ik er onlangs heel toevallig achter gekomen dat er sinds kort een tweede longarts aan het CF'team is toegevoegd. Ik heb haar alleen nog niet mogen ontmoeten, dus ik ben erg benieuwd. Hopelijk zit ik met deze arts meer op één lijn.

Maar goed, dat is dus een beetje het verhaal; een CF'r die het liefst met een grote boog om het ziekenhuis heen loopt en allesbehalve gelukkig is in de week dat ze weer voor controle moet.
Vandaag was dat niet anders.
Gelukkig had de CF'verpleegkundige mij een mailtje gestuurd met het program dat uit drie dingen bestond; longfunctieblazen, gesprek met de arts en daarna wilde zíj me nog even zien. Nou goed, dáár kan ik wel mee leven. Ik vind het altijd zo'n onzin om ook nog eens met maatschappelijk werk te moeten praten én met de diëtiste. Wat goed is, is goed en moet je vooral zo laten....-) En nu ik dit zo teruglees besef ik dat dát ook één van de redens is dat ik ook niet graag naar het ziekenhuis ga. Het feit dat er aan alle kanten aan je geplukt en getrokken word (en ik houd niet van plukken enzo)....

Ik werd vrij vlot bij het blazen naar binnen geroepen. Daar blies ik iets minder dan de vorige keer, maar laat ik het erop houden dat ik slechter had verwacht en dus redelijk tevreden ben.
Eenmaal weer in de wachtkamer kwam ik tot de ontdekking dat de internist aanwezig was. En níet de longarts. Hieperdepiep Hoera!!!!!! Meteen valt de knoop die op dat moment nog in mijn maag zit, uit elkaar. Opluchting alom.
Even later mogen Albert en ik naar binnen.
De internist is een zogenaamde computerdokter. Hij zoekt, knipt, plakt, sorteert dat het een lieve lust is en heel behendig worden allerlei onderzoeksresultaten naar voren gehaald. De longarts is nog steeds iemand van de papierwinkel. Alles word genoteerd en waarschijnlijk maakt hij overuren door 's avonds, als iedereen al lekker naar huis is, alles met twee vingers op z'n dooie gemakje in de computer in te voeren.
Het fijne aan de internist is dat hij alles duidelijk uitlegt. Hij draait de monitor onze kant op en begint dingen uit te leggen en te vertellen die voor ieder begrijpelijk is. Ook vraagt hij altijd of we zelf nog vragen hebben en ja, dat had ik vandaag. Ik begon over de echo van de lever. De longarts merkte de vorige keer, tussen neus en lippen door, dat de milt vergroot is en dat dat niet goed voor de lever is. Nu weet ik dat levercirrose bij CF'rs voorkomt maar wat het precies is of inhoudt, dat weet ik op dat moment niet. Echt duidelijk is de longarts hier niet over en lichtelijk ongerust vraag ik me 's avonds af wat het nu eigenlijk inhoudt.
Ik vind een wijntje zo op z'n tijd erg lekker en zal een likeurtje 43 bij de koffie ook niet gauw afslaan. Niet dat ik dit dagelijks of zelfs wekelijks doe, maar toch. Mocht dit nog wel? En waarom hoor ik niets van het ziekenhuis als er iets niet goed met mijn lever is??
Vandaag dus maar 'ns aan de internist gevraagd hoe alles nu precies zit.
Hij heeft alles (dus in Jip en Janneke-taal) uitgelegd wat het hele leverprobleem bij CF'rs inhoudt. En ja, mijn milt is groter dan normaal en ook zeker groter dan de vorige scan. Maar niet meteen reden tot paniek of reden om meteen actie te ondernemen.
Hij stelde een uitgebreid bloedonderzoek voor zodat er ook naar de leverfunctie gekeken kan worden. Zo regelt de lever ook de bloedstolling wat voor groot belang is als je natuurlijk een wondje ergens hebt. Of zoals in het geval van veel CF'rs, als je te kampen krijgt met longbloedingen.
Ik vind het een goed idee om dat uitgebreide onderzoek dan maar te doen. Hij beloofd daarop dat hij volgende week contact met mij zal opnemen over de uitslagen.
Hè, dat vind ik nu een opluchting. Mijn vraag/probleem word niet zonder meer van tafel geveegd, er word geluisterd en er word iets mee gedaan. Hoe simpel is dat?? Dat zou toch iedere dokter moeten doen??

Het gesprek na de internist met de CF'verpleegkundige stelt niet veel voor. Het is zoals altijd babbelen over koetjes en kalfjes en dus zijn we tien minuten later klaar op de poli. Uiteraard word er van me verwacht dat ik een sputumkweek inlever en ik mag aanschuiven bij de prikpoli waar de nodige buisjes bloed worden afgetapt.
We besluiten onszelf te trakteren op van die lekkere broodjes die je bij de Appie Heijn kunt kopen. Een lekkere afsluiting van een onverwachts toch nog heel relaxte audiëntie op de CF-poli.

donderdag 9 augustus 2012

Sportzomer

Als er twee mensen zijn die ogenschijnlijk geen affectie met sport hebben, dan zijn Albert en ik dat wel. Én toch staat hier de hele zomer de televisie al op sport afgestemd. 
Het is verbazingwekkend hoe vaak wij op het puntje van de stoel bank zitten en met ingehouden adem de verrichtingen van sportende Hollanders volgen. 
Europese en Wereldkampioenschappen voetbal hebben áltijd al een voorliefde in dit huis gehad. Vooral als ons eigen 'Oranje' meedoet natuurlijk. Dan veranderen zélfs wij in jubelende voetbalfanaten, gekleed in oranje gewaden, getooid met oranje versierselen. 
Maar waar wij doorgaans de Tour de France aan ons voorbij laten gaan (gaap, gaap) en de Olympische Spelen alleen via het nieuws (lees; de opsommingen van de nieuwslezer aanhoren) volgen, zitten we nu al wékenlang voor het kijkbuiskastje. 
Wij zijn normaal gesproken niet zo van het sporten. Niet om anderen te aanschouwen en al helemaal niet om ons zelf in het zweet te werken. Bah, je zou er eens moe van worden....:-)

Nee, dit laatste was een grapje. Als ik gezond was geweest had ik mij zonder meer bij de plaatselijke tennisvereniging aangemeld. En zwemmen heb ik altijd al leuk gevonden, dus iedere ochtend een stuk of wat baantjes zwemmen, had ik ook vast wel leuk gevonden. 
Sporten in een sportschool heb ik ooit een blauwe maandag geprobeerd. Dat was op aandringen van mijn fysiotherapeut die mij té zwaar vond (ja ja, een CF'r met overgewicht....). Zíj melde mij bij de plaatselijke sportschool aan waar ik na één keer proefdraaien gelijk mee kon doen. 
Het tempo was, vooral in het begin, veel en veel te hoog. De instructeur ging even uit van een gezond lichaam, ook al was mij duidelijk aan te zien dat ik dát niet was, met dat zuurstofbrilletje in mijn neus. 
Het lopen op de loopband vond ik hartstikke leuk om te doen, maar wel in een zogenaamd 'Alie-tempo'. Tuurlijk mag er wat druk achter gezet worden, je bent er uiteindelijk niet om helemaal niets te doen, maar de instructeur stond mij op te jutten dat ik nog wel harder kon, en nog wel sneller. Waardoor ik op de dagen dat ik niet sportte, slapend op de bank doorbracht, bijkomend van dat portie topsport. 
De fysiotherapeute was het met mij eens; dít was dus absoluut NIET de bedoeling. 
Na twee maanden sporten voelde ik me zieker worden en op het moment dat ik het niet meer vol kon houden én aan een nieuwe kuur toe was, stopte ik met de sportschool. En heb er nooit meer een voet binnen gezet. 
Of ik het mis??? Nee, absoluut niet. Ik doe op de dagen dat ik me wél fit voel liever dingen die ik leuk en de moeite waard vind. 
Mijn gezondheid is, vergeleken met toen, achteruit gegaan. De zin om mezelf in het zweet te werken bij een sportschool waar de instructeur in mijn nek hijgt dat ik nog wel sneller en harder kan, is hélemaal verdwenen. Niet zo gek toch...???

In mei stem ik altijd af op Roland Garros. Dat zelfde doe in juni ook met Wimbledon. Tennis vind ik nu eenmaal leuk. Vooral als er leuke heren meedoen. Ik ben jarenlang erg gecharmeerd geweest van Pat Rafter. 
Australiër Patrick Rafter

Die echter een jaar of tien geleden het stokje aan Marat Safin doorgaf. Want toen Rafter stopte moest ik wel een nieuwe favoriet zoeken natuurlijk. Dat vond ik in de smakelijk ogende Rus. 
Ruslands trots; Marat Safin

Leuke mensen (lees; mannen) houden de sport wel aantrekkelijk vind ik...:-)
Mei was amper om of wij konden ons opmaken voor het EK voetbal dat dit jaar natuurlijk in Polen en Oekraïne werd gehouden. 
Jullie hebben allemaal in een eerdere blog van mij kunnen lezen hoe enthousiast wij, in deze straat, het EK voetbal hebben beleeft en er een waar feestje van hebben gemaakt. 
Tot mijn stomme verbazing werd er in de maand juli veelvuldig afgestemd op de Tour de France. Niet omdat ík dat nu zo leuk vind. 
Nu weet ik dat Albert de Tour de France altijd wel iets vind hebben. De prachtige plaatjes van de omgeving waar de renners zich bevinden zijn voor hem reden om ieder jaar wel even snel een blik op het tv-scherm te werpen. Maar nu heeft onze tv nagenoeg de hele Tour de France op de publieke omroep gestaan. En was ik hier in het begin nog lichtelijk humeurig over (ik vind wielrennen met stip dé saaiste sport om te kijken), óók ik begon gaandeweg plezier in de Tour te krijgen. Waar ik overigens zelf heel verbaasd over was. 

En toen kwam dus de Olympische Spelen in zicht; London 2012. 
Als ik dan een Olympische Spelen kijk, dan zijn het vooral de winterspelen. Dát omdat ik best een liefhebber van schaatsen ben. Wat natuurlijk ook weer alles te maken heeft met het feit dat Nederland altijd zulke uitstekende schaatsers levert. De zomerspelen boeiden mij nooit.
Als ik al iets over de spelen opving was dat omdat het 's avonds tijdens het nieuws werd besproken. Niet omdat ik de spelen volgde of er gericht voor ging zitten. 
En jawel, je raad het al, óók déze spelen zitten we voor de buis. En hebben we bijna alles nog gevolgd. 
Dat begon natuurlijk met de spectaculaire opening, want dat vind ik áltijd een leuk onderdeel van de spelen, en zal ongetwijfeld het aankomende weekend eindigen met de slotshow. 
We hebben Ranomi Kromowidjojo natuurlijk al diverse keren in actie gezien, evenals Epke Zonderland. En wat voelen we ons trots als we het Wilhelmus horen en die jonge mensen daar zien stralen met hun gouden en/of zilveren plak. 
Ranomi Kromowidjojo
En zelfs de sporters die ons land vertegenwoordigen en géén medaille in de wacht weten te slepen hebben onze bewondering. Zoals vanmiddag Anky van Grunsven met haar prachtige hengst Salinero. Ze ging niet voor goud, wist ook dat ze dat bij lange na niet zou halen, maar wat was ze goed. Het was haar afscheid. Zeven keer mee gedaan aan de OS, dat verdient toch een bloemetje?? Ze genoot van de kür dat was duidelijk te zien. 
Meervoudig Olympisch Goudwinnares Anky op Salinero

Vanmiddag zei Albert met de ironie in z'n stem; 'Goh, voor twee mensen die toch hélémaal niks met sport hebben, hebben we deze zomer toch wel ontzettend veel sport gekeken.' Ja, dat ben ik helemaal met hem eens. 
Wie had dat nu ooit nog kunnen denken; dat wij een hele zomer lang onze televisie op het sporten zouden afstemmen. Wie ons kent valt steil achterover van verbazing denk ik.
 Wie of wat zal ik nu eens de schuld geven; óf de hopeloze zomer die maar niet echt zomer wil worden, óf zouden we sport, diep in ons hart, tóch leuker vinden dan we willen toegeven.....?? Wat denk jij??